Engels en dyslexie
Dyslectische leerlingen vinden het vaak erg lastig om Engels goed onder de knie te krijgen. Er spelen een aantal factoren een rol.
Een taal leren begint als je klein bent. Je ouders praten de hele dag tegen je en je raakt zo bekend met de klanken van de taal en de gebruiksvoorwerpen of situaties die erbij horen. In groep 2 of 3 leer je dat bij de klanken bepaalde letters horen. Je gaat klanken en letters (tekens) koppelen, klank-tekenkoppeling heet dit officieel.
Als je dan een aantal letters (klanken) aan elkaar 'plakt' ontstaan er woorden. Inmiddels zit je zo rond je 6e levensjaar dat je leert lezen. Bij leerlingen met dyslexie verloopt dit proces meestal moeizamer.
Bij het aanleren van een nieuwe vreemde taal gaat dit leerproces versneld. Veel leerlingen worden pas in groep 7 of 8 actief geconfronteerd met Engels. Ze krijgen misschien een half uur per week Engelse les. Er wordt geen Engels tegen ze gesproken zoals toen ze hun moedertaal Nederlands moesten leren. Helaas slaan ook bijna alle methodes de eerste fase van klankherkenning over.
Daar komt nog eens bij dat het Engelse spellingsysteem erg inconsistent is.
- Een klank heeft meerdere schrijfwijzen:
Neem als voorbeeld de [ee] klank: die kun je schrijven als `day/`great/`name/`eight
- Een schrijfwijze heeft meerdere klanken:
[-ough] voor een woord als enough/bought/through
Ik kan zo nog wel even doorgaan. Maar je kunt je wellicht voorstellen hoe een probleem met de Engelse taal kan ontstaan als je dyslexie hebt. In het verleden heb ik ook bijles Engels gegeven aan leerlingen met dyslexie. Inmiddels kan ik dit niet meer in passen in mijn werkzaamheden. Neem contact op met de middelbare school van je kind als je merkt dat hij of zij vastloopt met Engels.